Pioniers in houtskeletbouw over hun toekomstplannen
Vijf jaar nadat het eerste Barentszhuis verrees, maken de vier oprichters de balans op, en blikken ze vooruit. Inmiddels staan er 30 vrijstaande huizen volgens het unieke ontwerp- ontwikkel- en bouwconcept van Barentsz. Volgende stap: de visie en werkwijze ook op projectmatige geschakelde en gestapelde bouw toepassen. Dat levert nieuwe uitdagingen op. “Misschien moeten we wel afscheid nemen van het woord architect.”
De kiem voor het merk ‘Barentsz Ontdekkingshuizen’ wordt gelegd als een opdrachtgever vraagt of de mannen van – toen nog – Nieuw Nederland Architecten een volledig nul-op-de-meter huis zouden kunnen ontwerpen en bouwen dat óók nog eens een feest voor het oog is. En oh ja, met maximaal wooncomfort. Dat betekent: pionieren. Na de constatering dat hout het ideale bouwmateriaal vormt om aan al deze eisen te voldoen, is een merknaam al snel gevonden. Willem Barentsz, ontdekkingsreiziger én bouwer van misschien wel het bekendste houten huis (het Behouden Huis op Nova Zembla), wordt de naamgever.
Net opgeleverd
Een jaar later staat het eerste Barentsz-huis er. Houtskeletbouw, energieneutraal en grotendeels geprefabriceerd. Jochem van der Spek, partner bij Barentsz en architect van de woningen: “Zou je nu een foto maken vanuit hetzelfde standpunt als vijf jaar geleden, dan zie je alleen dat de planten groter zijn geworden. Ik vroeg laatst nog aan André, de eigenaar: ‘Heb je het al een keer opnieuw geschilderd?’ Hij zei: ‘Ik heb de kwast nog niet uit de garage gehad.’”
Tegenstrijdige werelden
Volgens medeoprichter en architect Derk-Jan Wentink waren er twee vragen waar ze met het Barentsz-concept een antwoord op wilden formuleren. “Ten eerste: Hoe kunnen we duurzamer produceren en bouwen voor onszelf en de generaties na ons? Ten tweede: kunnen we prefabricage combineren met mooie ontwerpen, die passen in het landschap?” Daarnaast waren betaalbaarheid en bouwsnelheid belangrijke randvoorwaarden. Het leidde tot een formule die schijnbaar tegenstrijdige werelden verenigt: prefab productie én architectonisch maatwerk. Geen Barentszhuis is hetzelfde. En toch worden ze allemaal volgens dezelfde methode gebouwd.
Alles onder één dak
De prefabricage van de wanden en daken gebeurt in de eigen fabriek in Letland. Derk-Jan: “Dat was een belangrijk inzicht: als we dit succesvol willen krijgen, moeten we alles zelf in de hand houden. Ontwerpen, ontwikkelen, fabriceren en bouwen. Anders kunnen we al die beloftes van duurzaam, snel, energieneutraal, maatwerk, mooi én comfortabel nooit waarmaken. We werken daarom ook met vaste bouwteams die precies weten hoe een Barentsz-huis in elkaar zit.”
De hele productieketen staat als een huis. We maken huizen die heel lang mooi en goed blijven. En we bieden een totaal andere propositie dan andere houtbouwers.
Als een huis
Nu er inmiddels 30 vrijstaande Barentszhuizen gerealiseerd zijn, durft medeoprichter Bonne Datema wel te stellen dat de bouwkundige kant van hun concept volwassen is. “Uitontwikkeld wil ik niet zeggen, want er zijn altijd nieuwe technieken en materialen die we zouden kunnen gebruiken. Maar het prefabriceren van maatwerk hebben we inmiddels echt onder de knie. Daar zijn kinderziekten uit. De hele productieketen staat als een huis. We maken huizen die heel lang mooi en goed blijven. En we bieden een totaal andere propositie dan andere houtbouwers. Het meest onderscheidend daarin is denk ik: alles onder één dak. Dus het feit dat je ontwerp en realisatie combineert en daardoor bijvoorbeeld ook heel snel inzicht kunt geven in wat iets gaat kosten.”
Schaalsprong
In hun missie om Nederland met elk huis mooier en duurzamer te maken, is Barentsz alweer bezig met nieuwe plannen. “In de particuliere markt hebben we inmiddels een goede reputatie en naamsbekendheid opgebouwd,” aldus medeoprichter Casper Hellebrekers, die verantwoordelijk is voor marketing en sales bij Barentsz. “De volgende stap in de schaalsprong die we nastreven, is projectmatig bouwen. Dat betekent ook: kleinere woningen. Onder andere geschakeld en op termijn ook gestapeld. Daarvoor hebben we al een aantal modellen ontwikkeld.”
Twijfels wegnemen
Volgens Bonne valt er in de beeldvorming nog wel wat bij te schaven. “Niet iedere ontwikkelaar heeft bij houtbouw een louter positieve associatie. In vergelijking met zes jaar geleden zijn we wel een heel eind opgeschoven. Wat helpt is bijvoorbeeld dat 25% van de nieuwbouwopgave rond Amsterdam met houtbouw ingevuld moet worden. Dus we zijn allang geen roepende in de woestijn meer. Houtbouw is de toekomst. Toch krijgen wij nog wel eens vragen als: staat zo’n huis er over vijftig jaar nog wel? En zelfs: is het niet brandgevaarlijk? Kom eens langs op ons kantoor in Hilversum, dan weet ik zeker dat we al die twijfels weg kunnen nemen.”
Geen lopende band
De eigen fabriek en het ingenieursbureau in Letland blijken ook voor projectmatige bouw een gouden greep te zijn. Jochem: “We kunnen daardoor bijzonder complexe opgaven aan. En we realiseren maatoplossingen, terwijl de meeste grote bouwers in Nederland nog in standaardoplossingen denken. Kijk, het is op zich niet zo moeilijk om prefab containers op elkaar te stapelen. De uitdaging is om kwalitatief hoogwaardig maatwerk te leveren, maar wel geprefabriceerd. Dat de snelheid en kwaliteit dus niet van de agenda of het humeur van de timmerman afhangen, maar dat je het hele huis op tafels uitlegt en eerst horizontaal timmert. Vervolgens hoef je het op de bouw alleen nog maar rechtop en in elkaar te zetten.” De fabriek is er ook op ingericht, vult Bonne aan. “Het is echt iets anders dan een fabriek die zo snel mogelijk spijkers wil schieten in altijd dezelfde elementen. Per 1 juli van dit jaar hebben we er een nieuwe hal bij, ook helemaal ingericht op maatwerk. Een lopende band zul je daar niet vinden. Als we het toch over pionieren hebben, dan zou mijn ambitie zijn om van geprefabriceerd maatwerk de standaard te maken.”
Van tekentafel naar kavel
In projectmatige bouw wordt Barentsz tot nu toe vooral gevonden vanwege hun ‘claim to fame’: vrijstaande houten huizen in de hogere prijsklasse. De vier pioniers zijn klaar om nieuwe Barentsz-bouwvormen van tekentafel naar kavel te brengen. Daarbij rijzen ook andere vragen. Zoals: moet het er nou altijd als hout uitzien? Jochem: “Het is wel zoals Barentsz zich presenteert. De grote raampartijen, de verticale, houten gevelafwerking … maar in stedelijke situaties zou het misschien best anders kunnen. Je zou de gevel kunnen stucen, of er een bakstenen schil omheen zetten.” Casper: “Dan kom je op de volgende vraag: moet je een soort van design-DNA bewaken? Dat je de herkenbaarheid erin houdt? Of is het DNA alleen maar de manier van werken, het one-stop-shopping principe?”
Vroeg stadium
Vooroplopen betekent ook: ingesleten patronen doorbreken. Derk-Jan: “De nog altijd dominante denk- en werkwijze dicteert dat een architect ontwerpt, een ontwikkelaar ontwikkelt en een aannemer bouwt. Wij doen het allemaal zelf, of samen met een ontwikkelaar. Niet omdat we denken dat we beter zijn, maar omdat het fundamenteel is voor ons concept. We worden het liefst al betrokken bij het invullen van het beeldkwaliteitsplan dat past binnen de omgevingsvisie.” Jochem vult aan: “Het mooiste is als een ontwikkelaar ons belt wanneer hij intekent op een project, waarbij een bepaald percentage met houtbouw ingevuld moet worden. In een vroeg stadium dus. Niet pas als er al een voorontwerp ligt, wat nu nog best vaak gebeurt.”
Huizenmakers
Omdat de Barentsz-manier van werken behoorlijk afwijkt van de traditionele manier van ontwerpen, ontwikkelen en bouwen, blijft het af en toe zoeken naar de juiste woorden om het bedrijf goed te positioneren. Casper: “We vragen elkaar regelmatig hoe we onszelf nou moeten noemen: architecten of aannemers? Misschien moeten we wel afscheid nemen van de woorden architect en aannemer. Wij zijn ontwerpers en bouwers. Houten huizenmakers. Zoiets?”