Beiden worden gedreven door een sterke visie en een ondernemende geest. Derk Jan Wentink als medeoprichter van Barentsz Ontdekkingshuizen en Teun Leijsen als bedenker en eigenaar van Stoov warmtekussens. Teun woont met zijn gezin inmiddels ruim twee jaar in zijn Barentsz-huis. Een gesprek tussen twee mannen met een missie. “Mijn moeder zei altijd: deuren dicht, we stoken niet voor de vogeltjes.”
Derk Jan: “Teun, hoe is het idee voor Stoov eigenlijk ontstaan?”
Teun: “Ik kocht ooit een tweedehands auto. Daar zat stoelverwarming in, maar die was kapot. Dus ik trok die stoel open en toen dacht ik: ‘dat is eigenlijk best wel eenvoudig’, ik kon dat zelf fiksen ook al heb ik geen technische achtergrond. Zo ben ik met de technologie in aanraking gekomen die de basis zou worden voor de Stoov kussens.”
Derk Jan: “En hoe ging je dan van autostoelverwarming naar kussens?”
Teun: “In 2012 verhuisden we van Amsterdam naar De Bilt. Eindelijk een tuin! Mijn vrouw vond het toen ook al heerlijk om buiten te zitten. Zeker toen ze zwanger was. Ze vond het alleen zo’n gedoe om alleen voor zichzelf vuur aan te maken. Dus toen heb ik die autostoelverwarming in de tuinbank verwerkt. Pas in 2014 ben ik het warmtekussenidee echt goed uit gaan werken. Heb ik een businessplan geschreven, spullen besteld, en ben met iedereen gaan praten. Een aantal markten gedefinieerd: kerken, kantoren, horeca. De consumentenmarkt kwam pas later. Hoe is het bij jullie eigenlijk allemaal begonnen?”
Derk Jan: “Wij zijn met Barentsz begonnen omdat een vriend van ons vroeg of we een extreem energiezuinig huis voor hem konden ontwerpen. Nul op de meter was hierbij het uitgangspunt. Dat zijn we met een paar mensen binnen ons architectenbureau gaan uitzoeken. En dat is een beetje uit de hand gelopen, kun je wel zeggen. Barentsz begon als een side-project, maar inmiddels hebben wij ons hier volledig op toegelegd. Onze missie is om Nederland met elk huis mooier én duurzamer te maken. En het concept dat we daarvoor bedacht hebben slaat enorm aan. Steeds meer mensen weten ons te vinden. Zowel particulieren als ontwikkelaars. Ik weet trouwens niet eens hoe jullie ons destijds op het spoor zijn gekomen.”
Teun: “Toen mijn vrouw en ik met het kopen van de grond bezig waren, heb ik een paar keer het tijdschrift Kavel & Huis gekocht. Daar stonden jullie volgens mij in. En online kwam ik Barentsz ook tegen. Wat daarna erg geholpen heeft is dat jullie ons in een heel vroeg stadium al een keer hebben uitgenodigd. We konden gelijk materialen zien en jullie noemden ook direct een globaal investeringsbedrag. Ja, en dan zijn wij ook van het doorpakken. We wilden de kinderen na de zomervakantie op de nieuwe school laten beginnen, dus we hadden onszelf wat tijdsdruk opgelegd. De belofte dat het hele proces een jaar zou duren en niet langer, vonden we fijn. Het andere pluspunt was: ontzorgen. We zijn allebei hartstikke druk en hebben dus ook nog twee kids rondlopen. We wilden dus dat degene met wie we de afspraken maakten, ons aan het einde van de rit ook de sleutel zou geven. Dat was voor ons heel belangrijk en dat is precies uitgekomen.”
Derk Jan: “Die belofte ‘in 365 dagen van schets tot sleutel’ blijkt inderdaad voor veel mensen een heel belangrijk punt te zijn. Doordat we gestandaardiseerd maatwerk leveren en de elementen geprefabriceerd worden, liggen heel veel constructieve zaken al vast. Terwijl je nog altijd volledige ontwerpvrijheid houdt. Ons credo is: alles kan, maar waar je je niet druk over hoeft te maken, daar moet je je ook niet druk over maken. Komt bij dat mensen die bij ons komen bewust of onbewust al gekozen hebben voor een houten huis.”
Teun: “En nog preciezer, in ons geval, voor de combinatie van houtbouw en licht, dus die grote ramen van jullie. Het gaat niet meer over wat voor soort kozijnen, wat voor soort ramen. Ik heb bijvoorbeeld nooit bewust de keuze gemaakt dat er aan de buitenkant aluminium op zit, maar het is wel heel fijn. Dat hoef je niet ter discussie te stellen. Je bent veel meer met de indeling bezig en je afwerking en dat soort zaken. Nu sta ik vol trots tegen mensen te vertellen: kijk nou naar deze gevel, er is geen enkel gevellatje ingekort. Daar sta je niet bij stil, maar dat vind ik echt iets heel bijzonders, dat jullie het voor elkaar krijgen om het tot op het plankje zo uit te lijnen dat alles op z’n plek valt. Als ik het huis ooit verkoop, dan zou ik het moeten aanprijzen als een Barentsz-huis.”
Derk Jan: “Grappig dat je dat zegt. Want toen we Barentsz bedachten, hebben we heel erg gekeken naar de auto-industrie. In plaats van ieder project alles opnieuw te bedenken, hebben we ervoor gekozen het huis als merk neer te zetten, met een aantal modellen die je van opties kunt voorzien. Dat was – en is nog steeds – vrij uitzonderlijk in onze wereld. Dat je een merk bouwt en daar ook in investeert.”
Teun: “Eigenlijk zaten wij in het begin ook in die situatie. Aan infrarood warmtekussen hing heel erg een medische geur, dat had niets te maken met luxe woonaccessoires. Het was ook geen merkproduct. Vanaf het begin heb ik sterk geïnvesteerd in het merk en de naam Stoov. En nu is het bijna een werkwoord geworden. In Nederland is het echt zo bekend dat mensen zeggen: ik pak even mijn Stoovje.”
Derk Jan: “Wij hebben natuurlijk nog niet zo’n brede naamsbekendheid als jullie. Maar wat wel in ons voordeel werkt is dat onze timing behoorlijk gelukkig blijkt te zijn. Toen we begonnen was energiezuinig nog niet echt een serieus thema. Ik weet nog dat wij ons eerste Barentsz-huis lieten zien aan een lokale makelaar in Baarn. Die had echt zoiets van: ‘Nou ja, hartstikke leuk huis, maar je moet wel een beetje een linksdraaiende bioloog vinden om dit aan te verkopen.’ Dat is nu natuurlijk totaal anders. Doordat de gevolgen van klimaatverandering nu zichtbaar en tastbaar worden, slaat onze boodschap veel sneller aan. En bij een veel breder publiek. En dan heb ik het nog niet eens over de gestegen gasprijzen. Door al die ontwikkelingen is energiezuinige houtbouw ineens een hot ticket. De gemeente Amsterdam heeft in een convenant vastgelegd dat in de hele metropoolregio tenminste 25% van alle nieuwbouw in hout gebouwd moet worden.”
Teun: “Bij ons staat die positieve impact inmiddels ook centraal. Ik ben ooit begonnen vanuit een drive om te gaan ondernemen, maar wel met de gedachte: deuren dicht, we stoken niet voor de vogeltjes. Dat zei mijn moeder vroeger altijd. Toen ik nog op kantoor werkte, viel het me op dat de een zat te koukleumen en de radiator opendraaide, terwijl de ander het raam openzette omdat ‘ie het te warm had. Collectief thermisch comfort creëren bleek erg lastig. Dus toen had ik al de gedachte: wat als je warmte persoonlijker kunt maken? Dat kwam later natuurlijk terug in Stoov. En nu denk ik: hier kun je echt wat mee, hier kunnen we positieve impact mee maken. Daarom brengen we we ieder jaar een impactrapport uit en zijn we continu met klanten in gesprek: beïnvloeden wij je gedrag? Steeds meer mensen zeggen dat ze de verwarming een graad of twee lager zetten met een Stoov. Dat laten we nu echt doorrekenen. We kunnen nu voorzichtig concluderen dat ons product na één jaar en acht maanden van negatieve naar positieve impact gaat. Dat is mooi, maar het moet en kan nog veel beter. We hebben onze missie er ook op aangescherpt: ‘We warm people, not the planet’.”
Derk Jan: “Daar zitten nog wel grappige parallellen in, realiseer ik me, want wij zijn aan het kijken hoe we ons product voor een bredere markt toegankelijk kunnen maken. Om meer impact te maken op onze missie willen we ook kleinere huizen bouwen, rijtjeshuizen, appartementengebouwen, noem maar op. En één van de grootste uitdagingen daarbij is de verwarmingsinstallatie. Waarbij we eigenlijk nu aan het kijken zijn naar alternatieven met infraroodverwarming.”
Teun: “Dan moet je eens in Duitsland langskomen. Wij zijn in ons lab daar constant bezig met het optimaliseren van onze infraroodtechnologie. Barentsz en Stoov zijn natuurlijk totaal verschillende producten. Maar ik geloof heel erg in impact collaborations. En ja, ik ben fan van jullie huizen. Als ik thuiskom na een drukke dag en door die poort rij, kom ik in een andere wereld. Ik kom echt thuis, zet mijn auto aan de lader, trek mijn kloffie aan en ik ga de tuin in. Vanaf het eerste moment dat je in een Barentsz-huis rondloopt, voel je al dat het anders voelt dan een betonnen huis, waar ik ook vaak genoeg in heb rondgelopen. De akoestiek, de materialen, ik weet niet: het omhult je meer. Het voelt comfortabel. Net als een Stoov.”
